EU verdedigingsbeginsel geldt ook in (sommige) belastingzaken
Het EU verdedigingsbeginsel dat betrekking heeft op het recht gehoord te worden alvorens in uw nadeel een besluit wordt genomen, kan een belangrijk wapen zijn, ook in belastingzaken.
Los van de nationaalrechtelijke bepalingen kan het Europese Unierecht op bepaalde belastingsoorten, zoals de omzetbelasting en douaneheffingen extra formeelrechtelijke bescherming bieden voor belastingplichtigen. In het oog lopend is met name de plicht om de belastingplichtigen vooraf te horen alvorens een voor hen bezwarend besluit wordt genomen. Het is dan niet voldoende dat (bij verzuim) gewezen wordt om in de bezwaarfase gehoord te worden, immers dan is het bezwarende besluit al genomen.
In het arrest Sopropé is dit verdedigingsbeginsel al voor het eerst in het jaar 2008 geïntroduceerd door het Hof van Justitie EG. Het latere arrest Kamino leidt tot de gevolgtrekking dat het besluit dat in strijd met het beginsel is genomen, niet altijd leidt tot vernietiging van dat besluit. De overheid kan zich er namelijk op beroepen dat het vooraf horen niet tot een andere uitkomst kon leiden. Met opzet is het woord ‘kon’ schuingedrukt, omdat de overheid er niet zomaar mee weg komt als het beginsel is geschonden. De belastingplichtige hoeft alleen maar aannemelijk te maken dat het horen vooraf tot een minder nadelige uitkomst voor hem kon leiden.
Het verdedigingsbeginsel kan bijvoorbeeld opspelen als de belastingdienst ter behoud van recht nog snel een naheffingsaanslag oplegt en dit sec aan de belastingplichtige meedeelt zonder hem te horen. De belastingdienst ziet zich gesteld voor een heffingsprobleem als de aanslag moet worden vernietigd wegens schending van het beginsel, maar inmiddels het recht om die aanslag (opnieuw) op te leggen is verjaard.
Is een aanslag omzetbelasting ter behoud van recht opgelegd zonder communicatie vooraf met de fiscus over de correctie dan is het verstandig contact met ons op te nemen over de verdedigingsmogelijkheden (in bezwaar en in beroep).